Prominenten over de Stadionbuurt e.o.
MATHILDE SANTING, HOE DE BUURT HAAR NÒG BETER LIET ZINGEN
We spreken af, Mathilde en ik, in café Kim op de Achillesstraat, een buurtcafé waar al vele buurtgenoten elkaar hebben leren kennen. Wij kennen elkaar ook al jaren. We nemen een glaasje wijn met een papperdammetje erbij, een Indiase borrelnoot. Lida, oude rots in de branding, brengt het ons. Mathilde heeft zin in het interview.
Wanneer ben je op de Achillesstraat komen wonen?
‘Dat zal zo’n 25 jaar geleden zijn geweest, dat ik dit huisje op drie-hoog heb gevonden, het was sociale huur, een beetje een krotje. Ik kon op het balkon echt geen twee mannen laten vechten, zal ik maar zeggen. Dan waren ze naar beneden gevallen.’
Hoe vond je de buurt toen?
‘Ik kwam van de Lairessestraat en wilde daar helemaal niet weg, maar het kon niet anders. Ik heb eigenlijk toevallig deze woning gevonden, en heb ik me pas gaandeweg gerealiseerd hoe fantastisch deze buurt is. Ik weet nog bijvoorbeeld dat ik hier in het voorjaar rondliep en opeens zag hoe de kleur van de jonge blaadjes zo mooi pasten bij de kleur van de steentjes. En ook dat ik later in de buurt van het Beatrixpark fietste en ik rook het parfum van de bloesem en dat ik dacht, hoe heerlijk is dit? Echt, dit is een van de mooiste buurten op de planeet. Daarom vind ik het zo leuk om dit interview te geven.’
Dat is best een sterke uitspraak. Wat maakt de buurt zo mooi, volgens jou?
‘Dat zal ik je vertellen. De buurt is helemaal gebouwd volgens de verhoudingen van de Gulden Snede, volgens een bepaalde wiskundige formule, die de Egyptenaren al toepasten in hun bouwwerken. Het is het equivalent van harmonie in de muziek. Je ziet het niet, maar je ervaart het op een heel onbewust niveau. Toen ik nog een klein meisje was, kwam ik al in het Burgerweeshuis en ik weet nog dat ik helemaal weg was van die plek, de mooiste plek op aarde voor mij. Daar kwam het licht naar binnen… je wist niet wat je zag. Ik dacht toen echt: laat mij hier wonen, laat mij ook wees zijn. En dat gevoel van schoonheid in een ruimte, dat heb ik hier in onze buurt ook.’
Blijkbaar weet je iets af van de ontstaansgeschiedenis van onze buurt.
‘Ja, ik heb me er pas onlangs in verdiept. Berlage mocht Plan Zuid maken en ik ben ervan overtuigd dat hij bij het Olympisch Stadion heeft gestaan – wat toen nog gewoon weiland was – waarvandaan je toen het Concertgebouw kon zien liggen. Hij heeft dus in dat weiland gestaan en de lijn tussen het Olympisch Stadion en het Concertgebouw heeft hij gebruikt als de naald van een kompas. En hij heeft gedacht: waar komt de zon op, waar gaat hij onder, hij heeft de seizoenen gebruikt, ook weer net als de Egyptenaren. Die piramides zijn echt niet zomaar neergezet, die mannen hebben ook rekening gehouden met de stand van de zon en de seizoenen. In elke woning is de lichtval fantastisch. Is je dat wel eens opgevallen? Hij heeft dus de buurt ontworpen volgens de Gulden Snede en volgens de stand van de zon en zo is deze buurt ontstaan, in een ruitvorm, beginnend bij het Olympisch Stadion en eindigend bij het hinkelbaantje op het Merwedeplein, bij de wolkenkrabber. Dat hinkelbaantje hebben ze overigens weggehaald en daar staan nu ondergrondse vuilnisbakken. Vervolgens is alles, maar dan ook alles, gecheckt door de schoonheidscommissie van de gemeente op de verhoudingen van de Gulden Snede. Dus elk pand, elke vensterbank, elke deur, elk hoekje, moest daaraan voldoen.’
Interessant! Heeft onze buurt iets voor je als zangeres betekend?
‘Jazeker! Alweer lang geleden kreeg ik mijn eerste hond, Nina, een bouvier, en daardoor ging ik veel in de buurt lopen, overdag, als iedereen aan het werk was, dan was de buurt best stil. En ik ging naar die tunneltjes die je hier kan vinden: bij het Hygiëaplein, onder het Amsterdams Lyceum en ook naar het viaduct bij Station Zuid. Die tunneltjes hadden een goeie galm, dat is niet altijd zo namelijk. Daar ging ik dan zingen. En ook ging ik vaak naar het spoorweggetje van het oude trammetje. En doordat ik een grote hond had, kon ik dat doen, voelde ik me veilig. Ik ben een vrouw met dure kleren aan, dan moet je geen rare dingen doen. Maar ik ben zodoende veel meer gaan zingen en daardoor weer ben ik een veel betere zangeres geworden. Maar ik denk ook dat ik door de harmonie in de buurt de harmonie in de muziek beter ging leren aanvoelen.’
Wat een prachtig verhaal. Onze buurt als motor van jouw ontwikkeling als zangeres.
‘Ja, mijn leven is best wel een geschenk, vind ik, en de buurt is daar een onderdeel van. Als je bijvoorbeeld op mijn dakterras zit met de ondergaande zon en het vuur van het Olympisch Stadion op de achtergrond, dat is iets ongelooflijks. Maar ook het zingen zelf, ik zing het liefst buiten. Kijk, hier binnen (Mathilde zingt een paar noten) is het geluid begrensd, maar buiten is het heel anders. Vroeger ging ik vaak ’s nachts naar de Stadionkade en dan ging ik daar over het water zingen met een gevoel alsof er 800 mensen tegenover me zaten. Zo oefende ik om in grote zalen te kunnen optreden.’
Dus onze buurt is gevuld met jouw muziek?
‘Ja, dat kun je wel zeggen.’
Wat vind je van de buurt in sociaal opzicht?
‘We hebben natuurlijk een gouden tijd gehad met het Achillesfestival*, maar die tijd is voorbij. Ik deed in 1997 de musical Joe met Michael Diederich, die toen ook in de Achillesstraat woonde, we zijn vrienden geworden, en toen hebben hij en ik en Lida en Monique en Fabio samen het festival bedacht. Dat hebben we vijf keer gedaan. De hele buurt zat op het terras van café Kim en iedereen kende elkaar en op vrijdagavond was er geen plek meer te vinden. Iedereen rookte nog gewoon binnen en ik rookte van die hele kleine jointjes, wat Tarik (de cafébaas) goedvond tot iedereen het begon te doen en toen mocht het natuurlijk niet meer.’
Mathilde kijkt peinzend voor zich uit, die goede oude tijd!
‘Maar evengoed is het nog steeds een hele leuke buurt. Dat gemixte, dat maakt het ook een echt Amsterdamse buurt. Je hebt volkse mensen, intellectuelen, jong en oud, Pakistaans en Surinaams. Er zijn bijna geen hoofddoekjes, maar wel Turken en Marokkanen. En het wordt nog steeds gemixter. Nu komen de expats, en die nemen kinderen mee. Je ziet veel kinderwagens en kleintjes op straat. Vroeger waren er twee kinderen, Ali en Daniel, de rest was bejaard. Geloof me, ik heb hier altijd met heel veel plezier rond gelopen.’
De wijn en de papperdam zijn op. Lida komt er gezellig bij zitten en we praten nog wat na over honden, over bouwactiviteiten, over lekker eten. Ondertussen zijn er meer mensen binnen gekomen. Met hen zetten we de avond voort.
- Het Achillesfestival vond vijf keer plaats op het Van Tuyll van Serooskerkenplein, van 1998 tot 2003, en bestond uit optredens van muzikanten uit de buurt met een expositie van kunstenaars, ook uit de buurt. Vrijwilligers organiseerden het en het werd gesponsord door lokale ondernemers. Het werd zeer druk bezocht.
Voor meer informatie over Mathilde zie www.MathildeSanting.com/nl.
Wil je een concert bijwonen van Mathilde? Dat kan: het nieuwste programma met als titel “Renaissance” zal plaatsvinden op 23 februari in schouwburg Amstelveen en in de Kleine Komedie Amsterdam op 25 maart.
Door Heleen Polter
januari 2019